De pieper is een van de schoonste geluiden die ik ken.
Ik ben tussen de brandweermannen opgegroeid. Zowel mijn vader als grootvader zijn brandweervrijwilliger. Het geluid van de pieper is voor mij niets nieuws. Maar als kind was het wel heel mysterieus. Een brandweerman is gebonden aan zijn beroepsgeheim, dus mijn vader deelde niet veel details over zijn interventies. Dat wakkerde mijn verbeelding alleen maar aan. Toen ik 18 jaar was vroeg ik hem om me een seintje te geven wanneer er een infoavond was. Het was uiteindelijk mijn beste vriend die me op een dag vertelde dat hij ‘s avonds testen ging doen. Ik heb toen meteen gebeld of ik mee mocht.
Inmiddels doe ik dit al 8 jaar. Daarnaast heb ik verpleging gestudeerd en ben ik spoedverpleger in het UZA. Mijn shiften kan ik wel wat op elkaar afstemmen. En het voordeel is dat ik thuis ben wanneer andere mensen werken. Zo kan ik ook daguren bemannen. Nachtshiften kunnen soms wel zwaar zijn, maar ik heb nu nog geen kinderen, dus dat is nog goed te doen.
Het geluid van de pieper vind ik echt heel schoon. Een beetje gek misschien, je hoopt echt niet op een brand. Je wenst dat niemand toe. Maar ik ben blij dat ik mensen kan gaan helpen. Dat is ook de motiverende rode draad doorheen mijn jobs. Als de pieper niet afgaat en er gebeurt iets, dan betekent dat ook dat we iemand niet uit een benarde situatie hebben kunnen redden. Het groepsgevoel wanneer we samen met het team in de wagen zitten onderweg naar een brand, dat geeft echt een boost.
Ik moedig ook al mijn vrienden aan om dit te doen. Vrijwillig brandweerman zijn, versterkt die vriendschapsband trouwens nog meer. Want je moet elkaar blindelings kunnen vertrouwen. En dat doen we hier ook echt.